Doorbraak in muco-onderzoek via knip- en plakwerk in gekweekte cellen van patiënten

Begin augustus vond in een Leuvens onderzoekslabo een doorbraak plaats in de strijd tegen muco. Wetenschappers uit KU Leuven en de Universiteit van Trento, onder leiding van Dr. Marianne Carlon (KU Leuven), konden er in gekweekte cellen afkomstig van patiënten het genetisch defect te herstellen dat aan de basis ligt van mucoviscidose. Hiervoor maakten ze gebruik van de zogenoemde CRISPR/Cas-techniek om te knippen en te plakken in het DNA.

Wat is deze CRISPR/Cas-techniek precies en hoe hebben jullie deze techniek tijdens dit onderzoek ingezet?

De CRISPR/Cas-techniek laat toe om in het DNA van een mucopatiënten correcties te gaan uitvoeren. In dit onderzoek hebben we een stukje uit het DNA geknipt op de plek waar zich twee specifieke mutaties voordeden in het CFTR-gen. Bij muco is het namelijk door dit CFTR-gen dat het zout-watertransport defect raakt waardoor taaie slijmen de longen en pancreas gaan blokkeren. Wat we merkten was dat na het knippen de functie van het CFTR-gen hersteld werd in gekweekte mini-darmpjes of organoïden afkomstig van muco patiënten.

Waarom is dit onderzoek zo’n belangrijke doorbraak?

Bij dit onderzoek hebben we via de CRISPR-techniek mutaties kunnen corrigeren en herstellen en dit tot bijna op het niveau van een normaal functionerend CFTR kanaal. We hebben dit bovendien voor het eerst gedaan op biologisch materiaal van patiënten in plaats van op basis van artificiële modellen. Tenslotte hebben we met dit onderzoek belangrijke stappen gezet in het aantonen dat de CRISPR-Cas-techniek een veilige en efficiënte methode kan zijn voor verder onderzoek.

Ons onderzoek is gefocused op de groep patiënten die door de farma-industrie links wordt gelaten

Is er een bepaalde reden waarom dit onderzoek specifiek in het KU Leuven plaatsvindt?

Binnen het KU Leuven volgen we heel wat mucopatiënten op. We beschikken hier bovendien over biologisch materiaal van mucopatiënten in de vorm van minidarmpjes of organoïden. Deze bevinden zich in een centrale biodatabank waardoor we heel specifiek voor elke mutatie naar therapieën kunnen zoeken.

Is er daardoor ook een ander soort onderzoek mogelijk dan bij farmaceutische bedrijven?

Binnen ons onderzoekswerk focussen we op zeldzame mutaties die momenteel zonder therapie zitten. Het is namelijk zo dat met de medicijnen die in de pijplijn zitten (zoals bijvoorbeeld de Trikafta triple-therapie van Vertex) er nog steeds tien percent van de mucopatiënten niet geholpen kunnen worden. Dat is een groep die commercieel minder interessant is en daardoor links wordt gelaten door de farmaceutische industrie. Dit onderzoek toont aan dat academische instellingen in dat geval klaarstaan om dergelijke risicovolle en minder economisch rendabele onderzoeken wel uit te voeren.

Dit onderzoek is één van de projecten die kon rekenen op de financiële steun van de Mucovereniging. Ondanks de belangrijke doorbraak van Dr. Carlon blijft er veel bijkomend onderzoek nodig om ooit de stap te kunnen zetten naar genezing. Alleen verder wetenschappelijk onderzoek kan de hoop van Aurélie, Jax en de 1.318 andere mensen met muco in ons land realiseren.