MyCyFAPP: controle over je spijsvertering met behulp van een mobiele app

In een goed werkend spijsverteringsstelsel produceert de pancreas (of alvleesklier) verteringssappen met enzymen die via kleine kanaaltjes terechtkomen in de dunne darm, waar ze het voedsel helpen verteren. Dit is voornamelijk van belang voor de vertering en opname van vetten. Bij 85% van de personen met mucoviscidose blokkeert het taaie slijm die afvoerkanaaltjes echter. Daardoor geraken de spijsverteringssappen niet of onvoldoende in de dunne darm en wordt het voedsel niet goed verteerd. Tegen de tijd dat ze twee jaar oud zijn, kampen 50% van de kinderen met muco met een tekort aan spijsverteringsenzymen. Wanneer ze naar de lagere school gaan, is dit verder opgelopen tot 78%. De gevolgen van deze problemen met de spijsvertering zijn ondervoeding, tekort aan bepaalde vitamines, buikpijn en vette stoelgang. Bovendien hangt de longfunctie nauw samen met de voedingsstatus: het is aangetoond dat mensen met muco die er in slagen hun voedingstoestand optimaal houden, gemiddeld 10 jaar langer leven dan mensen die ernstige tekorten aan bepaalde voedingsstoffen en vitamines hebben.

Gelukkig bestaan er capsules met kunstmatige pancreasenzymen die je bij het eten kan innemen en die ervoor zorgen dat het voedsel beter verteerd wordt. In België kennen we deze enzymen beter onder de merknaam Creon®. Er bestaan Europese richtlijnen die voorschrijven hoeveel enzymen bij een maaltijd moeten worden ingenomen, afhankelijk van de grootte van de maaltijd, de samenstelling (veel vetten of niet) en de leeftijd, om een optimale vertering te bekomen. Een recente studie, waaraan 207 kinderen met muco opgevolgd in 6 mucocentra verspreid over heel Europa (waaronder UZ Leuven) deelnamen, toonde echter aan dat er een enorme verschillen zijn wat betreft de dosering van verteringsenzymen tussen centra en tussen verschillende maaltijden.

In één centrum nam bijna 83% van de kinderen systematisch teveel enzymen, terwijl in een ander centrum 75% van de kinderen onder de aanbevolen dosis zat. Wanneer over alle centra heen werd gekeken, kregen slechts 14 tot 47% van de kinderen de dosis enzymen die ze volgens de richtlijnen zouden moeten krijgen. De onderzoekers vonden geen verschillen tussen de dosis enzymen die werd geslikt bij hoofdmaaltijden en bij tussendoortjes, terwijl die dosis wel degelijk zou moeten afhangen van de hoeveelheid vetten er in de maaltijd zit. Soms werden er bij tussendoortjes helemaal geen enzymen geslikt, zelfs als de snack duidelijk vetten bevatte. Het volledige artikel met de bevindingen van de studie kun je hier lezen.

Dit vormde het startpunt van het MyCyFAPP project. Artsen, diëtisten en onderzoekers uit dezelfde 6 centra wilden een wetenschappelijke en objectieve methode ontwikkelen om te bepalen hoeveel enzymen er nu werkelijk bij een bepaalde maaltijd moeten worden ingenomen om optimale vertering te garanderen. Bovendien wilden ze een digitale omgeving creëren die mensen zou toelaten als het ware de controle over hun voeding terug te winnen zonder daarvoor telkens afhankelijk te moeten zijn van het mucoteam of te moeten terugvallen op giswerk. Het plan was dus om een mobiele app te ontwikkelen die de dosis verteringsenzymen die bij elke maaltijd moet worden ingenomen op een wetenschappelijk gevalideerde manier kan berekenen. Bekijk hier een filmpje over het MyCyFAPP project.

De eerste stap in het ontwikkelen van de mobiele applicatie waren experimenten in het labo die de vertering nabootsten. Hierbij werd voor een uitgebreide reeks voedingsproducten (zoals yoghurt op de foto hiernaast) getest wat de theoretische dosis van verteringsenzymen was om tot een optimale vertering van dat specifieke voedingsmiddel te komen. Men noemde dit de theoretische optimale dosis (TOD). Dit werd gedaan onder verschillende omstandigheden zoals een variërende zuurtegraad om de condities in de maag na te bootsen, variërende galzoutconcentraties enzovoort. In deze video zie je hoe het er in het labo aan toe gaat. Vervolgens wilden de onderzoekers bij kinderen met muco testen of de TOD die ze via experimenten in het labo hadden bekomen, ook daadwerkelijk resulteerde in een optimale vertering. Ook dachten ze dat optimale vertering mee afhankelijk zou zijn van individuele kenmerken zoals iemands leeftijd, geslacht, mutaties, BMI en de tijd die het lichaam nodig heeft om een maaltijd volledig te verteren. 43 kinderen namen deel aan de studie. Zij mochten gedurende 24 uur enkel studiemaaltijden eten, die voor alle deelnemers hetzelfde waren en waarvan de TOD was bepaald op basis van de testen in het labo. Hierbij moesten ze dan de voorgeschreven hoeveelheid enzymen innemen. De studie wees uit dat door het innemen van de TOD verteringsenzymen de maaltijden over het algemeen optimaal verteerd werden. Tegen de verwachtingen van de onderzoekers in, bleek ook dat de individuele kenmerken van de kinderen eigenlijk weinig tot geen invloed hadden op de vertering. De TOD kan dus volledig gebaseerd worden op de kenmerken van de voedingsproducten zoals ze in het labo waren getest. Alle bevindingen van de studie kun je hier nalezen.

De onderzoekers hadden nu alle informatie in handen om over te gaan tot het ontwikkelen van de app. Hier kun je een demoversie van de app bekijken. In de app kun je ingeven wat je hebt gegeten, en hoeveel, waarna de app onmiddellijk berekent hoeveel enzymen je moet innemen om tot een optimale vertering te komen. Je kunt ook zelf volledige gerechten creëren en opslaan, bijvoorbeeld jouw versie van spaghetti bolognaise, zodat je niet telkens de aparte ingrediënten moet ingeven. Vervolgens is er ook een zone waar je je symptomen of klachten kunt ingeven, zoals buikpijn of zure oprispingen, of waar je je gewicht en lengte kunt monitoren.

De app bevat ook handboek met informatie rond CF en voeding, en een leerrijk spelletje voor de allerkleinsten. Hierbij moeten ze een avatar in leven zien te houden door hem voldoende te doen eten en drinken. De app werd geëvalueerd tijdens een proefproject. Hieraan namen 160 kinderen uit de eerder vermelde 6 Europese mucocentra deel. De voorlopige resultaten zijn alvast positief: de onderzoekers konden een stijging in de lengte van de kinderen opmeten, en namen een beduidende vermindering van de klachten van het spijsverteringsstelsel, zoals buikpijn, waar. Ook de ouders waren zeer positief over het gebruik van de app, klik hier voor een getuigenis.

Het proefproject, evenals het MyCyFAPP project, is intussen afgelopen. De app kan dus jammer genoeg niet gewoon gedownload worden. Gezien de positieve resultaten en commentaren, zijn de onderzoekers momenteel wel op zoek naar een partner om de app gratis ter beschikking te stellen over heel Europa (ook voor volwassenen). Dit kan er niet enkel toe leiden dat de voedingstoestand van mensen met muco verbetert, maar maakt het leven ook een stukje simpeler omdat er niet telkens moet worden nagedacht over de dosis verteringsenzymen bij een bepaalde maaltijd. De Mucovereniging houd je in ieder geval op de hoogte over vordering in het ter beschikking komen van de app!